Stroming, loslaten en nieuw leven

De zee heeft een taal die niet altijd met woorden te vatten is.
Het begon met een telefoontje met een vriendin. Ze zat in een diep emotioneel stuk, midden in discussies met haar familie, en ik luisterde. Haar pijn had zich diep in haar hart genesteld.

Terwijl ze sprak, begon Deva plots te blaffen. Ik liep naar de waterkant en zag een vis liggen, hij leefde nog maar was zwak. Ik probeerde hem terug te brengen naar de zee, met mijn handen, met mijn voeten. Een man kwam helpen, en nog een ander, maar het lukte niet. De vis stierf.

In dat moment voelde ik iets diep in mezelf: dit was precies zoals ik het voor mijn vriendin voelde. Ik wilde haar redden, haar pijn wegnemen, haar beschermen. Maar ik voelde ook dat het niet mijn taak is om haar te redden. Net zoals bij de vis kon ik alleen aanwezig zijn, getuige zijn van wat er gebeurt, en ruimte geven aan wat zich ontvouwt. Ik hoefde niets te repareren, niets op te lossen, niets te veranderen. Alleen aanwezig zijn was genoeg. Het was een krachtige les: soms is er geen doen nodig, geen reddersrol, alleen het zijn. Dat is de meest liefdevolle manier om te ondersteunen.

De dag erna wandelde ik langs een andere baai. De geur van het water was zwaar, alsof iets ouds daar nog rondzweefde. En daar lagen ze: drie grote tonijnen, aangespoeld. De ene bijna volledig vergaan, de tweede nog heel maar levenloos, de derde in ontbinding. Het was intens, tastbaar en rauw. Het leek alsof de zee iets ouds uitademde, een cyclus die zich aan het afronden was. Ik voelde dat ook mijn eigen energie meedreef in dat ritme: loslaten, laten stromen, overgeven aan wat is.

Die nacht bleef ik slapen in mijn Van, vlak bij het water. Vroeg in de ochtend deed ik een diepe meditatie bij de zonsopgang. Ik scan mijn chakras, voel mijn aura, en breng alles terug in expansie. Mijn tweede chakra opent zich, mijn flanken zetten uit. Mijn hart, dat eerst zwaar en donkergroen voelde begint, zacht te ademen. Mijn keel, mijn derde oog, mijn kroon alles stroomt. Ik voel de oude blokkades zachter worden, wegsmelten in de adem van de zee en de stilte van de ochtend.

Na de meditatie, terwijl ik een cacaootje dronk, kwamen drie jonge mannen uit de zee. Ze snorkelden en hadden een mand vol octopussen bij zich. Ik sprak ze aan over de tonijnen die ik had gezien. Ik leerde dat de vissen van de vissersboten komen, dat ze soms aanspoelen, maar dat hun vlees niet verloren gaat: het wordt gegeten door andere vissen, het volgt zijn cyclus. Op dat moment voelde ik iets in mijn lichaam vallen, als een puzzel die op zijn plek viel. De tranen die kwamen waren geen verdriet, maar ontlading, een volledige stroming van energie door mijn lijf.

Plots kwam één van de mannen met een verse dorade, ik mocht ze hebben als ik wou. Dankbaar aanvaarde ik de Dorade maar gaf hem eerlijk toe dat ik nog nooit een vis gekuist had. Hij lachte eens en toonde me hoe je de buik opensnijdt, de ingewanden uithaald, de schubben en de vinnen verwijderd. Dat wordt de meest verse vis die ik ooit ga gegeten hebben. Morgen staat hij op het menu, eerst nog een nachtje in de diepvries.

Het voelde als een tastbaar stukje van de zee, van de cyclus, een directe verbinding met de stroming van leven, loslaten en nieuw begin.

En toen kwamen de donkergroene parkieten, als een kers op de taart, ritselend en levendig, een zachte bevestiging van wat al in mij was opgestart: adem, lichtheid, vreugde, hartenergie.

De afgelopen twee dagen waren een prachtige les: hoe diepe emotie en transformatie naast elkaar kunnen bestaan, hoe verdriet en loslaten samenkomen, en hoe liefdevol aanwezig zijn voldoende is. Het herinnerde mij aan de natuurlijke cyclus van leven en dood, van loslaten en hergeboorte — hoe alles voortdurend beweegt, transformeert en zich vernieuwt.

Met blote voeten in het zand, de geur van zout in de lucht, voel ik dat alles mag stromen.

Vorige
Vorige

Tien Dagen Stilte

Volgende
Volgende

In verbinding blijven zonder jezelf te verliezen